Ga naar de inhoud

De portemonnee is bijna leeg (Kees van der Zwet)

Op 1 juli worden de kadernota voor 2022 en het meerjarenperspectief 2023-2025 in de gemeenteraad behandeld. Bij de kadernota geven we als college een eerste aanzet voor de beleidsaanpassingen en -voornemens voor het nieuwe begrotingsjaar. Na de nodige discussies in de raad wordt de begroting voor volgend jaar opgesteld. De raad stelt deze in november vast. Het is de basis voor wat het college in 2022 gaat doen. 

 

Niet rooskleurig

Lisse staat er financieel niet rooskleurig voor. We moeten helaas keuzes gaan maken. Strenge keuzes, want we zitten in een spagaat. En als inwoner mag u dat gerust weten. Sterker nog, wie weet heeft u nog wel bezuinigingsideeën voor ons. Daarover aan het einde meer.

 

Hoe komt dat?

Hoe komen we nou in dat krappe jasje terecht? Dat heeft verschillende oorzaken. Natuurlijk heeft dat te maken met de uitgaven. Het kost wat om een dorp mooi te houden en goede voorzieningen te hebben. Lisse heeft helaas ook weinig financiële reserves. Maar voor het andere deel ligt het aan de inkomstenkant.

 

Minder vergoedingen

Om te beginnen hebben we het Rijk, dat is onze grootste geldgever. Het lastige is momenteel de onvoorspelbaarheid van de toekomstige rijksvergoeding. Dat is geld dat we krijgen om taken uit te voeren die we eerst niet hadden. Met dat geld redden we het meestal niet. Soms wordt dat gecorrigeerd en krijgen we extra vergoeding. Maar meestal kost het ons meer dan we van het Rijk krijgen.   

 

Minder rijksgelden

Het Rijk bepaalde in het verleden dat gemeenten groter moesten worden. Dat zou kostenbesparingen met zich mee brengen. Maar u weet het al: van grotere gemeenten komt het niet. Wel van minder geld naar gemeenten sturen, gebaseerd op besparingen die er niet zijn. Sowieso is het ministerie al een aantal jaren bezig om de gelden anders te verdelen. Ook daarvan is nog onduidelijk hoe dit uitpakt.

 

Belastingen

‘En al die gemeentelijke belastingen dan?’, hoor ik u denken. De tarieven voor afvalinzameling en –verwerking en het rioolafvoerrecht kunt u meteen wegstrepen. De opbrengst daarvan moet namelijk volledig aan deze taken besteed worden en mag niet hoger zijn dan de werkelijke uitgaven. De onroerendezaakbelasting (ozb) is wel een belangrijke inkomstenbron voor de gemeente, maar dat mag geen melkkoe zijn. Helaas mogen we vanaf volgend jaar deze belasting niet meer opleggen aan nutsbedrijven. U betaalde dat indirect via de water- en energierekening. Die rekening wordt dus lager voor u, maar omdat de ozb gaat stijgen bent u per saldo niet goedkoper uit. En de gemeente wordt er niet rijker van; de balans valt negatief uit.

 

Uitdagingen

De inkomsten van de gemeente zijn dus vaak ongewis. Wat we wél zelf in de hand hebben zijn onze keuzes. Wat doen we wel? Wat hoeft structureel niet meer, of kan door anderen gedaan worden? Als u tips voor me heeft, hoor ik het graag!

 

Kees van der Zwet, wethouder

k.vanderzwet@lisse.nl

Ga naar het begin